Bereiding
Pel de uien en snij ze in niet te dunne ringen (door het stoven zullen ze nog slinken). En ja, dat lijkt veel, maar je hebt zeker een kilo nodig voor een dikke, vol smakende soep. Smelt de boter in een pan met dikke bodem (een gietijzeren braadpan is hier goed geschikt voor) en voeg de uien toe. Snij het spek in stukken en stoof mee met de uien. Laat het geheel eerst op zacht vuur stoven met de deksel op de pan. Roer af en toe even goed door en los van de bodem. Neem na een kwartier de deksel van de pan en gaar de uien onder af en toe omroeren tot ze gaan karamelliseren. Dat kan zeker wel een half uur tot drie kwartier duren. Je moet geduld hebben, maar deze ‘slow soep’ is het zeker waard! Voeg, als de uien de kleur van bruin bier hebben, de bloem, de bruine suiker en het zout toe. Ris de tijmblaadjes van de takjes en hak de salieblaadjes fijn. Voeg toe aan de pan met de laurier en de worcestershiresaus en blus af met witte wijn. Schenk de runderbouillon erop en laat het geheel nog een half uur op laag vuur pruttelen en een beetje inkoken.
Verwarm de oven voor op 220 graden, grillstand. Meng in een kom de mosterd met de geraspte kaas. Schep de soep in hittebestendige kommen en leg in elke kom een snee stokbrood. Verdeel het mosterdkaasmengsel erover en gratineer zo’n 5- 6 minuten in de oven tot de kaas begint te bubbelen en te kleuren. Garneer met tuinkers.